Geschiedenis van de zesdaagse
Zesdaagse-baanwielrennen is zo oud als de weg naar Rome: nog voor het einde van de negentiende eeuw was deze tak van sport al enorm populair in de VS. Begin twintigste eeuw waaide de sport over naar Europa en werden ook daar zesdaagses uit de grond gestampt, en uiteindelijk kreeg de sport ook voet aan de grond in Rotterdam. De eerste Rotterdamse zesdaagses werden in 1936 en 1937 gehouden in de Blijdorpse polder.
Daarna duurde het tot 1968 tot het evenement weer kon plaatsvinden: eerst nog een paar jaar in de Energiehal, later in Rotterdam Ahoy. Daar namen pure specialisten als Peter Post, Patrick Sercu en René Pijnen het op tegen bekende namen als Jan Raas, Gerrie Knetemann en Eddy Merckx. Maar eind jaren tachtig verdween de zesdaagse uit Rotterdam, werd de vaste baan uit Rotterdam Ahoy gesloopt en leek het erop dat de geschiedenisboeken dicht konden worden geslagen.
Het vlammetje doofde echter nooit helemaal en wakkerde begin eenentwintigste eeuw opnieuw aan. In 2005 keerde de zesdaagse terug op de kalender, op een demontabele baan in Rotterdam Ahoy. Sindsdien wordt ieder jaar de 200 meter lange piste ingepast in het Sportpaleis – alleen ten tijde van COVID-19 bleef de velodroom in de opslag. En aan deze historie wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd tijdens de 41e Zesdaagse van Rotterdam, die van 10-15 december 2024 in Rotterdam Ahoy wordt gehouden.
Uitleg Zesdaagse van Rotterdam
De Zesdaagse van Rotterdam is een zes dagen durende wielerwedstrijd. Anders dan vroeger, toen koppels zes volle dagen in de baan waren, kent de wedstrijd vandaag de dag vijf keer een avondprogramma en een keer een dagprogramma (op zondag). De koppels rijden verschillende onderdelen, zoals een koppelkoers, een afvalwedstrijd en een tijdrit, en kunnen daarin ronden voorsprong pakken op de concurrentie en punten verdienen voor het algemeen klassement.
Welk koppel aan het eind van de zesdaagse de meeste ronden voorsprong heeft of bij een gelijk aantal ronden de meeste punten, wint het klassement!